INPUT VAN HET PUBLIEK
Naamsveranderingsfase
22 september 2020
Inhoudsopgave
Introductie
Aan de fase waarin het publiek zich uit kon spreken over de naamsverandering deden meer dan 200 deelnemers mee, zowel fysiek als online. In bredere zin was het een onderdeel van het Initiatief tot Naamsverandering dat zich inzet voor een institutionele transformatie en, zowel in Nederland als internationaal, een bijdrage wil leveren aan de totstandkoming van een ‘best practice’ voor vergelijkbare vraagstukken in de toekomst, en daarmee de drempel hiervoor wil verlagen.
- Online Enquête, ingevuld door 134 respondenten in het Nederlands en het Engels
- 5 Publieke Forums, in het Nederlands en het Engels, bijgewoond door 54 deelnemers
- 2 Workshops gehouden met studenten van de Werkplaats en de Wkshps Design Agency
- 2 Workshop met het Rotterdamse bureau Brand New Guys
De uitkomsten van de inspraakfase voor het publiek werden geanalyseerd en gebruikt voor het ontwikkelen van toekomstgericht beleid en processen die onderdeel zijn van onze institutionele transformatie, en voor het vaststellen van de hieronder beschreven criteria voor de naamsverandering. Deze bevindingen werden ook verstrekt aan de externe Adviescommissie als achtergrondinformatie voor het beoordelen van een shortlist met drie namen die ook tot stand was gekomen via het Naamsveranderingsproces.
De Inspraakfase voor het Publiek richtte zich op drie belangrijke vragen: Hoe kunnen we ons instituut transformeren? Hoe staat dit in relatie tot sociale transformatie? En welke naam kan ons helpen om dit mogelijk te maken?
CRITERIA VOOR DE NAAM
POSITIONALITEIT – FOCUS
Waar staan we voor?
Hoe heeft onze oude naam ervoor gezorgd dat we verantwoording moesten afleggen over het verleden?
IINCLUSIVITEIT – OPENHEID
De oude naam zorgde ervoor dat belangrijke gedeeltes van Rotterdam, Nederland en onze gemeenschappen werden uitgesloten.
Hoe kunnen we dit tegengaan met een nieuwe naam, en daarmee de banden met ons publiek weer nauwer aanhalen?
LOCATIE – MISSIE
Kan een nieuwe naam op een betekenisvolle manier beschrijven waar we ons bevinden?
De oude naam ging over onze locatie, maar niet onze missie.
HERNOEMEN – HERDEFINIEREN
Een nieuwe naam biedt ons een kans om nieuwe definities te vinden voor de rol van kunst in de maatschappij, en van wat een kunstinstituut is en doet.
CRITERIA VOOR HET KARAKTER
TAAL
Wie willen we aanspreken met de naam, en hoe?
Onze nieuwe naam moet onze relatie met lokale en internationale publieksgroepen beter weergeven, en dat uitdrukken in de gekozen taal.
ENERGETICA
Hoe voelt het?
De naam moet energie geven of vol zijn van energie, en tevens uitdrukking geven aan onze reputatie als toekomstgericht, doortastend en experimenteel instituut.
REKENSCHAP
Nu we een naam uitwissen die een reactie op de koloniale geschiedenis noodzakelijk maakte, vragen we ons af hoe we onze verantwoordelijkheid om rekenschap af te leggen vast kunnen houden.
KWETSBAARHEID
Hoe kunnen we ons als instituut kwetsbaar blijven opstellen?
Door openheid, wendbaarheid, en een vastberadenheid om te leren, ons aan te passen en te veranderen.
Initiatief tot naamsverandering
In 2017 stuurde een groep cultuurprofessionals een Open Brief met daarin een publiekelijke aanklacht tegen de naam van ons instituut. Ze wezen erop dat deze naam associaties opriep met de onuitgesproken verhalen uit het Nederlandse koloniale verleden. Hun kritiek werkte als een katalysator op een publiek debat binnen een bredere context van dekolonisatie-inspanningen dat al aan de gang was in Nederland. Bij deze inspanningen wordt de nadruk gelegd op dissonant erfgoed en concurrerende waardesystemen. Hun standpunt en activistische werk worden niet alleen gevormd door een nieuw historisch bewustzijn, maar ook door een in toenemende mate meerstemmige samenleving en een dringende bezorgdheid over systemisch racisme in de samenleving. Het instituut erkende deze punten van kritiek en besloot nog in datzelfde jaar haar naam te gaan veranderen.
In januari 2018 lanceerde het instituut het uit verschillende onderdelen bestaande Initiatief tot Naamsverandering (zie schematisch overzicht hieronder). Het initiatief stelde voor om daarbij ook het karakter en de samenstelling van het instituut te veranderen. Het doel hiervan was dat het proces van de naamsverandering zou worden vormgegeven, uitgewerkt en uitgevoerd door een team en groep stakeholders met een grotere diversiteit. Maar aan de ander kant ook om ervoor te zorgen dat het hernoemen van het instituut slechts een van vele acties zou zijn bij het realiseren van een fundamentele institutionele transformatie. Het Initiatief tot Naamsverandering is van invloed geweest op de werkcultuur, de artistieke visie en het programma van het instituut. Ook de strategieën op het gebied van kunstbemiddeling en publieke betrokkenheid zijn fundamenteel veranderd.

Naamsveranderingsproces
De ideeën en criteria voor de naam, en de ontwikkeling van een toekomstgericht beleid zijn gebaseerd op: de feedback afkomstig van onderzoek naar casestudies waarmee in 2018 werd begonnen; de naamgevingsworkshops met het team, en de werksessies met ons Initiatief tot Naamsverandering en onze partners of het gebied van collectief leren– Brand New Guys, Werkplaats en Wkshps – die vanaf 2020 werden gehouden; en, ook in 2020, een op burgerparticipatie gebaseerde inspraakfase voor het publiek. De grafiek toont in detail de gezette stappen en mate van betrokkenheid bij deze inspraakfase voor het publiek.
Bij het vormgeven van ons initiatief en de verschillende processen, hebben we ons laten inspireren door twee institutionele casestudies. De eerste daarvan betreft een naamsverandering bij Yale University in de Verenigde Staten, waar Calhoun College in 2017 werd omgedoopt tot Grace Hopper College. De tweede betreft de concertzaal Colston Hall in het Engelse Bristol die in 2020 werd omgedoopt tot Bristol Beacon. Bij beide instituten kwam de naamsverandering tot stand na een jarenlang, op onderzoek gebaseerd proces. In 2019 werd een interne casestudy uitgevoerd toen een naamloze ruimte binnen het instituut werd omgedoopt tot Melly, een kunstgalerie die is omgevormd tot een multifunctionele ruimte. Onderdeel van dit proces was het vaststellen van een kader voor Collectief Leren waarin wordt geleerd door middel van uiteenlopende standpunten en kennissystemen, en gastvrijheid wordt bevorderd.

Forum & Open Enquête
De Forums van het Initiatief tot Naamsverandering waren doelgerichte, gemodereerde sessies met een directe invloed op onze institutionele transformatie en de keuze van een nieuwe naam. Onze belangrijkste vragen daarbij zijn: Hoe kan ons intituut veranderen? Hoe staat dit in relatie tot sociale transformatie? En welke naam kan ons helpen om dit mogelijk te maken?
De Forums hadden drie aandachtspunten:
“Erfgoed en Toekomstperspectieven”: Deze twee forums werden gehouden in Rotterdam en concentreerden zich vooral op het verband tussen historisch bewustzijn en onze naamsverandering. Als we de naam ‘Witte de With’ verwijderen, hoe kunnen we er dan nog voor zorgen dat we ons historisch bewustzijn vasthouden, en hoe draagt dit historisch bewustzijn bij aan onze transformatie?
Het Nederlandstalige forum werd gemodereerd door de archeoloog marjolijn kok, die ook werkt als archivaris bij FKA WDW, en het Engelstalige forum door Rolando Vázquez Melken, universitair hoofddocent en fellow voor diversiteit bij University College Roosevelt in Middelburg, en geaffilieerd onderzoeker bij de Universiteit Utrecht
“Naamgeving en Communicatie”: Dit forum concentreerde zich op hoe de keuze van een naam verbonden is met de identiteit van het instituut. Hoe zag de institutionele identiteit er in het verleden uit, en wat zou die in de toekomst kunnen overbrengen? Hoe zou een visuele identiteit onderdeel kunnen uitmaken van sociale transformatie en revaluatie? Bij dit forum, dat werd gehouden via Zoom, waren een aantal kleinere, afgesplitste groepjes betrokken.
In het Engels gemodereerd door Prem Krishnamurthy, ontwerper, curator, schrijver en docent, en partner bij de multidisciplinaire ontwerpstudio Wkshps in New York en Berlijn.
“Engagement en Veranderen”: Deze twee forums werden gehouden in Rotterdam en concentreerden zich op hoe onze institutionele transformatie verbonden is met sociaal engagement en sociale verandering. Wie hebben we bij het instituut weten te betrekken in het verleden, wie kunnen we in de toekomst bij het instituut betrekken, en welke rol speelt de naam van het instituut in deze verandering?
Gemodereerd door Quincy Mahangi van Guestwise, een adviesbureau dat bedrijven begeleidt bij het creëren van een publiek-/gastervaring door middel van een mensgerichte mentaliteit.
De Online Enquête werd ontworpen met als doel het formuleren van ideeën, het creëren van perspectieven en het identificeren van de uitdagingen die onderdeel zijn van onze naamsverandering. De online enquête was een uitnodiging om feedback te geven over onze institutionele transformatie. Welke eigenschappen zouden we moeten behouden en welke we zouden moeten loslaten? Hoe kunnen we onze institutionele transformatie koppelen aan sociale verandering? Ook werd gevraagd naar suggesties voor nieuwe namen en antwoorden op de vraag wat het belang is van de naamsverandering voor onze verdere ontwikkeling.
VERSLAG – FORUM 1
Erfgoed en Toekomstperspectieven
Deelnemers: 8
Moderator: marjolijn kok
Vertegenwoordiger Werkgroep: Jessy Koeiman
Notulist: Veronika Babayan
Overzicht/Verantwoordelijkheid: Sofia Hernández Chong Cuy
Verslag
Tijdens dit forum werd met name gesproken over dominante historische verhaallijnen, hun relatie tot het sociale curriculum van de geschiedenis, en hoe dat in verband staat met het leven van mensen in de huidige maatschappij en onze instellingen. De voertaal van het forum was Nederlands, met deelnemers uit verschillende Nederlandse steden, waaronder mensen die nooit eerder in het instituut waren geweest.
- De nadruk lag op onderwijs. Aan de ene kant vertelden de deelnemers dat zij op school weinig tot geen informatie over de verhalen en gevolgen van het kolonialisme hadden gekregen. Aan de andere kant bespraken ze het belang van het investeren in onderwijs, de ontwikkeling van het curriculum, maar vooral in de onderwijzers zelf.
- Er werd gediscussieerd over polarisatie in de samenleving vanuit het perspectief van onze huidige institutionele context, en over het feit dat kleinere initiatieven hun eigen werelden kunnen creëren en daardoor vaak afgezonderd zijn van de bredere institutionele geschiedenis van Nederland. In andere woorden, door buiten de institutionele context te opereren, blijven ook vaak de impact en het doorwerkende resultaten van grassroots en gemeenschapsgerichte culturele activiteiten kleinschalig, waardoor de maatschappelijke verhaallijnen niet kunnen veranderen.
- Er werd gevraagd of we bereid zouden zijn tot een institutionele verandering zoals deze en in hoeverre het mogelijk is dat iedereen in onze positie daartoe bereid is. In het antwoord daarop werd benadrukt dat platforms noodzakelijk zijn voor het stimuleren van een continue dialoog en dat de processen om mensen voor te bereiden op de transformatie verlengd moesten worden omdat ze gepaard gaan met het ervaren van een cultuurshock en er ook rekening gehouden moet worden met de nawerking. Een van de deelnemers had er begrip voor dat het hier om een transformatie voor de lange termijn gaat en moedigde ons aan om de kwetsbaarheid van het instituut te omarmen.
- • Er was een opmerking over het feit dat hier misschien wel veel gebeurt, maar dat dat niet altijd zichtbaar is. Krachtigere en duidelijkere communicatie zou kunnen leiden tot betere toegankelijkheid, zowel tot het instituut als de programma’s die er aangeboden worden.
- Ook werd gesproken over het spanningsveld tussen lokalisme en internationalisme, een toenemend gevoel van nationalisme en de impact daarvan, en het definiëren en begrijpen van de term ‘gemeenschap’. Wie maken bijvoorbeeld deel uit van ‘wij’ – wie zijn ‘wij’?
Bevindingen vastgelegd en samengevat door Veronika Babayan, Sofia Hernández Chong Cuy, Jessy Koeiman, marjolijn kok en Vivian Ziherl.
VERSLAG – FORUM 2
Erfgoed en Toekomstperspectieven
Deelnemers: 13
Moderator: Rolando Vázquez Melken
Vertegenwoordiger Werkgroep: Vivian Ziherl
Notulist: Veronika Babayan
Overzicht/Verantwoordelijkheid: Sofia Hernández Chong Cuy
Verslag
Het forum concentreerde zich in grote lijnen op hoe de oude naam geleid had tot de verantwoordelijkheid om rekenschap af te leggen voor koloniale geschiedenissen en de tot in het heden doorwerkende gevolgen daarvan, op hoe het wegnemen van de naam ook zou kunnen leiden tot het teruggeven van een stem aan bepaalde groepen, en op hoe met het geven van een nieuwe naam dit proces kan worden voortgezet. De voertaal van het forum was Engels en onder de deelnemers bevonden zich mensen die woonden in Nederland, maar oorspronkelijk afkomstig waren uit Iran, Polen, Zuid-Korea, Duitsland, Indonesië, Spanje, Barbados, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
- Rolando en de deelnemers benadrukten dat het belangrijk is om een instituut te verbeelden dat rekenschap blijft afleggen en kwetsbaarheid blijft tonen, en maakte duidelijk dat de aankondiging van een nieuwe naam ook een overkoepelende actie kan zijn voor het aankondigen van een nieuw beleid waarin de doelgroepen en de mechanismes om deze doelgroepen te engageren in kaart zijn gebracht. Welke curatoriale praktijken kunnen, met een besef van koloniale structuren, worden ingezet voor het mogelijk maken van inclusiviteit?
- Tijdens de discussie werd het duidelijk dat deze verandering niet gaat om vergeten, maar eerder om het opnieuw verwerken van en terugkeren naar het verleden. De nieuwe naam zou de verantwoordelijkheid om rekenschap af te leggen bij voorkeur moeten voortzetten. In tegenstelling tot het koloniale proces waarbij met een naam bepaalde mensen het zwijgen wordt opgelegd, kan de nieuwe naam gezien worden als een daad van ‘ontzwijgen’, dus het teruggeven van hun stem, door middel van het inzichtelijk maken en positioneren van het institutionele proces. Bij het vaststellen van de criteria voor het geven van een nieuwe naam signaleerden we het dilemma van het teruggaan in de geschiedenis en de taak om zowel het verleden als het heden weer een stem te geven en zichtbaar te maken, en ons tevens een voorstelling te maken van de toekomst.
- Tijdens het naamsveranderingsproces zou het goed zijn om de achterbannen van het instituut te omschrijven: het publiek, de partners, maar ook de eigen processen om rekenschap af te leggen, en om deze levend en actief te houden.
- Deelnemers stelden aan de orde dat de naam niet zou moeten vervallen in neutraliteit en algemeenheid, bijvoorbeeld door te kiezen voor een naam als RCCA (Rotterdam Center for Contemporary Art). Het zou juist een transitie moeten zijn van abstractie naar een stevig verankerde positionaliteit.
- Er werd benadrukt dat de naam een mogelijkheid moet bieden voor het afleggen van rekenschap, waarmee wordt bedoeld dat het instituut altijd maatschappelijk gecontroleerd moet kunnen worden.
- De discussie zou niet moeten blijven steken op ‘de naam’ (wat) en zich verder moeten ontwikkelen rond het ‘benoemen’ (een proces) omdat we willen dat het huidige historische bewustzijn aanwezig blijft binnen het proces.
Bevindingen vastgelegd en samengevat door Veronika Babayan, Sofia Hernández Chong Cuy, Jeroen Lavèn, Rolando Vázquez Melken en Vivian Ziherl.
VERSLAG – FORUM 3
Naamgeving en Communicatie
Deelnemers: 23
Moderator: Prem Krishnamurthy
Vertegenwoordiger Werkgroep: Jeroen Lavèn
Notulist: Veronika Babayan
Overzicht/Verantwoordelijkheid: Sofia Hernández Chong Cuy
Verslag
Het forum richtte zich met name op de relatie tussen de naamsverandering en positionaliteit, op hoe de naamsverandering kan helpen bij het herdefiniëren van het instituut, op een toekomstgerichte benadering van de naamsverandering en op het dynamische aspect van vooruitgang. Het forum vond online plaats, en onder de deelnemers bevonden zich inwoners van Nederland, Hong Kong, Griekenland, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.
- Iedereen wil ‘inclusiviteit’, maar wat betekent dat eigenlijk? Welke specifieke doelgroepen zijn interessant en betekenisvol voor jullie instituut? Welke gemeenschap willen jullie bereiken? Op dit moment is dat nog onduidelijk. We zijn ons ervan bewust dat jullie bezig zijn met een transformatieproces, maar het is onduidelijk hoe dat in zijn werk gaat.
- De naam moet terug te vinden zijn in de relevantie van het programma en de institutionele vorm. De vraag is: gaat de inhoud veranderen? Het instituut kan door middel van de inhoud uitdrukking geven aan haar waardes en de zaken die ze wil koesteren en vasthouden.
- Taal is ook een overweging – zal de naam in het Engels zijn of niet? Deze factor is van belang voor het publiek.
- Het instituut is genoemd naar iemand die leed heeft veroorzaakt. De naam vormt een ernstige barrière vanwege de associaties met de koloniale geschiedenis. Bij het voortbewegen naar de toekomst is het belangrijk om een ander soort naam aan te nemen en die te activeren. Wat is de rode draad die alles verbindt en voortstuwt?
- Er is een onderscheid tussen een cultureel instituut en een instituut voor hedendaagse kunst. Wellicht zou een nieuwe naam kunnen leiden tot een betere definitie van wat kunst is en wat het ‘hier’ doet. De naamsverandering gaat daarom ook over de toepassingen en de positie binnen de artistieke praktijk als integraal onderdeel van het herdefiniëren van de identiteit.
- Er werd gesproken over de hoeveelheid tijd die het instituut zich heeft veroorloofd om de naam te veranderen.
- Het innemen van een krachtig positioneel standpunt is noodzakelijk bij de naamsverandering. Waar staat het instituut voor? Op welke manier doet dit ook recht aan wat het instituut is en de concrete situatie waarin het zich bevindt, te midden van middelen, machtsstructuren, maatschappelijke systemen et cetera.
- Sommige deelnemers met een wit uiterlijk en van een oudere generatie, die tevens een langgevestigde band met het instituut hadden, bleven de oude naam gebruiken. Toen zij hierop werden gewezen, toonden zij een zichtbare ongemakkelijke lichamelijke reactie.
Bevindingen vastgelegd en samengevat door Veronika Babayan, Sofia Hernández Chong Cuy, Prem Krishnamurthy, Jeroen Lavèn en Vivian Ziherl.
VERSLAG – FORUM 4
Engagement en Veranderen
Deelnemers: 5
Moderator: Quincy Mahangi
Vertegenwoordiger Werkgroep: line kramer
Notulist: Veronika Babayan
Overzicht/Verantwoordelijkheid: Sofia Hernández Chong Cuy
Verslag
Het belangrijkste thema van het forum was de definitie van kunst en de rol van kunst in relatie tot onderwijs, en hoe dit betrekking heeft op inclusiviteit, zowel in relatie tot de rol van het instituut als tot welke artistieke uitdrukkingsvormen worden beschouwd als ‘kunst’. Tijdens dit forum was er sprake van een bijzonder geëngageerde en intensieve uitwisseling. Onder de deelnemers van het forum waren inwoners van Rotterdam en Den Haag.
- Wat is kunst? Je moet definiëren wat kunst volgens het instituut inhoudt, en ook welke plaats je zou willen innemen in de maatschappij. Dit heeft ook betrekking op het identificeren van de publieksgroepen die je wilt bereiken. Om beter te kunnen communiceren en faciliteren, moeten we erachter komen wat kunst voor verschillende mensen betekent.
- Er is sprake van een generationele verschuiving. Binnen gemeenschappen met een diaspora- of migratieachtergrond, is er nu een jongere generatie die kunstruimtes wil bezoeken en zichzelf daar vertegenwoordigd wil zien.
- Een instinctieve reactie is belangrijk: als er twee namen zijn waarvan de ene voelt als de juiste, terwijl de andere misschien beter uitdrukt wat van je verwacht wordt, dan moet je gaan voor de naam die ‘goed voelt’.
- Als je publiek bestaat uit de witte elite, dan beïnvloedt dat hoe je communiceert en is er geen noodzaak voor een naamsverandering. Als je publiek een complexe samenstelling heeft, dan kun je niet zomaar een bepaald gedeelte daarvan van je vervreemden, hoewel je tegelijkertijd ook trouw moet blijven aan wie je bent. Het gebouw biedt als geheel mogelijkheden voor al die verschillende publieksgroepen. Het blijkt niet helemaal duidelijk te zijn of we nu gezien worden als ‘museum’ of ‘gevestigd’ instituut, of meer als de wendbare ‘hedendaagse kunstruimte’ waar we ons zelf mee identificeren, en of er een bepaalde verantwoordelijkheid is die we nog niet hebben ingelost.
- Een van de deelnemers was er sterk van overtuigd dat de eerste tentoonstelling na de naamsverandering de ‘wowfactor’ moet hebben en een statement moet maken om te laten zien wat de naam inhoudt. Dit is een verwachting van het publiek. Doe iets onverwachts en prikkelends waarmee je mensen naar je toe kunt trekken.
- Het is belangrijk om juist op dit moment, ook in de nasleep van de Black Lives Matter-protesten van de afgelopen zomer, stappen te zetten die niet alleen ‘voor de bühne’ zijn. En daarom is het ook belangrijk om erachter te komen ‘hoe’ te communiceren. Welke communicatiemiddelen zijn het meest geschikt voor dit moment?
- Er wordt gevraagd of we een omgeving willen creëren waarin mensen zich veilig kunnen voelen. Een van de deelnemers voelt zich op dit moment namelijk niet veilig binnen het instituut. ‘Veilig’ in de zin van een plek waar vrijuit gediscussieerd kan worden; niet alleen in relatie tot kunst, maar ook binnen de politieke context van oplopende spanningen en toenemende polarisatie.
Bevindingen vastgelegd en samengevat door Veronika Babayan, Sofia Hernández Chong Cuy, line kramer, Jeroen Lavèn en Vivian Ziherl.
VERSLAG – FORUM 5
Engagement en Veranderen
Deelnemers: 8
Moderator: Quincy Mahangi
Vertegenwoordiger Werkgroep: Rosa de Graaf
Notulist: Veronika Babayan
Overzicht/Verantwoordelijkheid: Sofia Hernández Chong Cuy
Verslag
Bij dit forum ging het in het bijzonder over de taalkunde, en werd gekeken naar de relatie tussen taal en toegankelijkheid. Tijdens het forum werden ‘vragen gesteld over de vraag’, en onder de deelnemers bevonden zich veel mensen uit de kunstwereld die goed bekend zijn met het instituut. Onder de deelnemers van het forum waren inwoners van Rotterdam, Amsterdam, Den Haag en Brussel met culturele wortels in landen als Albanië, Kroatië, Dubai, India, Litouwen en Turkije.
- Er was een felle discussie over de veronderstelling dat de noodzaak niet ligt in het ‘vooruitlopen op de ontwikkelingen’, maar juist in het ‘betekenisvol’, ‘responsief’, ‘sensitief’ en ‘geëngageerd’ zijn. Paradoxaal genoeg werd later ook de verwachting geuit dat het instituut ‘vooruit moest lopen op de ontwikkelingen’, maar dat dit dan wel zou moeten gebeuren door middel van betekenisvol engagement.
- Het criterium van ‘ethisch consequent zijn’ kwam aan de orde, waarbij gevraagd werd hoe een instituut dit zou kunnen bereiken. Hiervoor moeten eerst de waardes van het instituut goed omschreven worden, en daarmee dus ook de waardes van een nieuwe naam.
- Innovatie hoeft niet te worden gezien als ‘neoliberaal’, maar als een verwachting om ontwrichtend te kunnen werken binnen vastgestelde denkpatronen. Daarmee werd ‘ontwrichtend’ een term om uit te drukken wat men van het instituut verwacht.
- Rotterdam is geen stad waar alleen de talen Nederlands en Engels gebruikt worden. Zou het opnemen van talen als Marokkaans en Turks kunnen leiden tot een nieuwe vorm van gastvrijheid en een relevante discussie op de agenda kunnen zetten over de huidige, algemeen aanvaarde normen van de kunstinstellingen in de stad?li>
- Mensen die zich thuis voelen in een kunstcentrum zijn er meestal al op vroege leeftijd mee bekend geraakt. In hoeverre maken educatieprogramma’s voor (basis)schoolkinderen deel uit van het engagement van het instituut?
- Deze groep had het gevoel dat het programma zelf niet hoefde te veranderen. Eerder nog dan inclusiviteit zou toegankelijkheid het voornaamste doel moeten zijn. Dit betekent: a) mensen niet van je vervreemden, en b) erkennen dat het onmogelijk is om het instituut ‘inclusief te maken’ voor iedereen. Je kan nooit iedereen tevreden stellen, maar je kan wel luisteren naar hun zorgen. Daarbij speel ook mee of de ruimte gastvrijheid uitdrukt of juist intimiderend of ongemakkelijk aanvoelt.
- Kunst is op zich al moeilijk genoeg, je hoeft het allemaal dus niet nóg ingewikkelder te maken. Bewegwijzering, taal en ook een naam kunnen daarbij helpen. De naam moet meteen helemaal duidelijk zijn. De naam moet gemakkelijk te onthouden zijn; kort (een of twee lettergrepen); goed uitspreekbaar; niet speels of grappig (want dat zou voor de korte termijn zijn en dus beperkend); niet de naam van een persoon; zou wel een diepere betekenislaag kunnen hebben.
Bevindingen vastgelegd en samengevat door Veronika Babayan, Rosa de Graaf, Quincy Mahangi en Vivian Ziherl.
VERSLAG – ONLINE ENQUETE
- • Van de in totaal 134 deelnemers, waren er 13 tegen de naamsverandering, waarvan 12 met de Nederlandse nationaliteit. Van de deelnemers omschreven er 68 zichzelf als wit; de gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 48.
- De noodzaak voor een voortdurend en structureel veranderingsproces werd benadrukt. Veel deelnemers vonden de institutionele transformatie even belangrijk als de naamsverandering.
- De naamsverandering werd regelmatig aangemerkt als een moment voor het herdefiniëren van het instituut: Waar staat het instituut voor, nu en in de toekomst? Wat is de rol van hedendaagse kunst, nu en in de toekomst? Veel respondenten waren er sterk van overtuigd dat de naam zou moeten uitdrukken wat het instituut doet.
- Besproken werd dat het instituut al bekend stond als doortastend en toekomstgericht, met een toewijding aan het experiment binnen de hedendaagse kunst. Benadrukt werd dat dit een eigenschap is om te behouden. Termen die werden gebruikt om de eigenschappen van het instituut te omschrijven waren onder meer: ‘in de voorhoede opereren’, ‘gemeenschap’, ‘zorg’, ‘verwantschap’, ‘radicaliteit’, ‘vertrouwen’, ‘moed’, ‘dialoog’, ‘internationaal’, ‘Rotterdam’.
- Een aantal deelnemers stelde voor om zowel de oude naam als het proces van de naamsverandering te erkennen, bijvoorbeeld met een vermelding ergens in het gebouw en/of online. Eenzelfde aantal deelnemers verklaarde dat de naam en de geschiedenis ervan op geen enkele wijze meer deel uit zou mogen maken van het instituut in haar toekomstige vorm (Een van de deelnemers benoemde specifiek de vernietiging van Jayakarta – het huidige Jakarta – waarmee Witte Corneliszoon de With in verband wordt gebracht, en de gevolgen daarvan, als inspiratie voor een potentiële naam en researchproject). In de Nederlandstalige versie van de enquête maakten sommige respondenten kenbaar dat, voor hen, de naam ‘Witte de With’ door de reputatie van het instituut een nieuwe definitie had gekregen, en ze vonden het jammer dat deze naam nu verloren zou gaan, ook al stonden ze op zich wel achter de naamsverandering.
- De demografische culturele diversiteit van Rotterdam werd regelmatig genoemd als een belangrijk uitgangspunt voor de toekomstige vorm en verantwoordelijkheden van het instituut. Dit werd slechts af en toe vermeld in de Engelstalige antwoorden, maar vaak in de Nederlandstalige antwoorden (49 van de 134 deelnemers aan de Online Enquête verklaarden inwoner van Rotterdam te zijn).
- De deelnemers stelden voor om een naam te kiezen die zowel in het Engels als het Nederlands werkt – een suggestie die zowel in de Engelstalige als Nederlandstalige antwoorden terugkwam. In de Engelstalige enquête waren bijna alle naamsuggesties neutraal of conventioneel, bijvoorbeeld ‘CCA’, ‘ICA’ of een variatie hierop. In de Nederlandstalige enquête werden opvallend veel suggesties gedaan voor namen die een variatie waren op de vorige naam, bijvoorbeeld ‘Zwarte/Wit’ in plaats van ‘Witte de Wit’.
Voorbeelden van de feedback, ter overweging wanneer het besluit over een nieuwe naam genomen wordt:
“Een verandering in de programmering die […]nieuwe grenzen stelt en een nieuwe definitie geeft van cultuur.”
“Jullie staat van dienst bij het bevorderen van hedendaagse kunst; jullie zijn een plek waar nieuwe vormen en denkwijzen worden gekoesterd en plaatsvinden; blijf je bewust van je omvang – jullie zijn soort van klein, maar niet heel kleinschalig, en jullie willen ook niet enorm groot zijn; een internationale focus, maar stevig verankerd in Rotterdam.”
“Hoe en waar gewerkt is aan het proces van dekolonisatie door het gehele instituut, voorbij de kwestie van de naam.”
WERKGROEP INITIATIEF TOT NAAMSVERANDERING
De Werkgroep van het Initiatief tot Naamsverandering (Name Change Initiative – NCI) werd samengesteld in oktober 2019 en komt iedere week samen voor het bespreken van ideeën, toewijzen van taken en uitbrengen van verslag over voltooide en lopende activiteiten. Sinds november 2019 zijn deze bijeenkomsten van de Algemene Staf van de NCI de belangrijkste bron geweest voor de potentiële longlist en typologieën voor naamconcepten. De Werkgroep wordt geleid door de Directeur van FKA WdW onder voorzitterschap van de Research- en Programmamanager van het instituut. Dit zijn de leden van de NCI Werkgroep:
Name
Rosa de Graaf
line kramer
Sofía Hernández Chong Cuy
Jessy Koeiman
Jeroen Laven
Vivian Ziherl
Titel
Associate Curator
Senior Technical Supervisor
Directeur
Programmamaker Collectief Leren
PR & Communications Manager
Research- en Programma Manager
Jaren in dienst
4
29
2.9
2.4
4.3
1
Leden uit een eerdere fase:
- Paul van Gennip (Adjunct-Directeur)
- Wendy van Slagmaat Bos (Projectcoördinator)
Toetredende Leden voor de volgende fase:
- Aqueene Wilson (Fellow Collectief Leren)
- Cye Wong Loi Sing (Brand New Guys)
Assistent tijdens de inspraakfase voor het publiek:
- Veronika Babayan (Mediator)
OVER ONS INSTITUUT
Missie
Het is de missie van ons instituut om het publiek te betrekken bij het ervaren, genieten en leren van de laatste ontwikkelingen binnen de beeldende kunst en (kunst)theorie. We zijn van mening dat artistieke expressie en filosofisch onderzoek leiden tot kritisch denken en het cultiveren van onderling begrip tussen mensen en culturen.
Kernwaardes
Het zit in onze aard om te evolueren. We zijn vastberaden om als een katalysator te werken. Ons programma is een toegangspoort tot de wereld.
Praktijk
Om ons engagement in de praktijk te brengen presenteren we tentoonstellingen, publicaties en educatieprogramma’s die artistiek-inhoudelijk hoogstaand en cultureel betekenisvol zijn; ook schrijven we opdrachten uit voor het maken van nieuwe kunst, ondersteunen we innovatief onderzoek en zijn we voorstander van culturele samenwerkingsverbanden. We doen dit terwijl we ook blijven reageren op hedendaagse artistieke en theoretische vraagstukken. Deze zaken worden gevormd binnen een bepaalde context, maar zijn in geografische zin grenzeloos.
Overtuigingen
Om experimenteel te kunnen zijn, moeten we kunstenaars aan ons verbinden die onderzoek doen naar zaken als materiaalgebruik, zelfs als we hun visie op dit moment nog niet volledig begrijpen. Om hedendaags te kunnen zijn, moeten we een divers publiek omarmen, evenals verschillende vormen van kennis en duurzame productiewijzen. Om betekenisvol te kunnen zijn, moeten we responsief en verantwoordelijk zijn, inzicht hebben en welbespraakt zijn, gewaagd en verstandig zijn, levendig en zorgzaam zijn.